Blackford Hill

Als je na een paar dagen in de stad toe bent aan wat groen, hoef je in Edinburgh nooit ver te gaan. Arthur's Seat en Calton Hill liggen zeer centraal en net buiten het centrum ligt de botanische tuin en Inverleith Park. Zoek je echter natuurschoon, variatie en rust, dan moet je een klein beetje zuidwaarts, naar Blackford Hill.

Je komt waarschijnlijk aan via Observatory Road, waar meteen opvalt dat je onder een soort triomfboog passeert, opgedragen aan George Harrison - de lokale politicus, niet de Beatle. Tijdens de periode waarin Harrison provoost van Edinburgh was, werd Blackford Hill aangekocht als openbaar park. Toen hij een paar jaar later overleed, achtte men het passend hem hier te gedenken. Na het passeren van deze boog gaat het pittig omhoog, op sommige stukjes zo'n 15%, waarna de Victoriaanse sterrenwacht het duidelijk maakt hoe de straat aan zijn naam komt.

Dit is de Royal Observatory, Edinburgh (ROE), gebouwd in 1896. Oorspronkelijk was er een sterrenwacht op Calton Hill, maar door de lichtvervuiling van de gestaag groeiende stad werd die steeds minder bruikbaar. Waar je wellicht niet aan denkt bij dit soort observatoria, is de rol die ze speelden bij het vaststellen van de correcte tijd. Door het bepalen van het hoogste punt van de zon, werd vastgesteld wanneer het 12 uur 's middags was, hetgeen dan met een zichtbaar of hoorbaar signaal werd doorgegeven aan bijv. de schepen in de haven. Vandaag de dag kent Edinburgh nog twee van dat soort signalen: de tijdbal op het Nelson Monument en de One O'Clock Gun op het kasteel. Oorspronkelijk werden die aangestuurd via het observatorium.

Vervolgens loop je verder richting de top van de heuvel. Met 164 meter hebben we het bepaald niet over duizelingwekkende hoogtes, maar hoger dan de top van het kasteel, dat je van hier perfect ziet liggen. Als je goed kijkt, ontdek je hier ook de sporen van een prehistorisch heuvelfort. Er staan geen bomen rond de top, dus je hebt een schitterend uitzicht over de stad. Dit is één van de "zeven heuvels van Edinburgh" en maakt deel uit van een hardloopwedstrijd die ze allemaal aandoet. Leuk detail: de volgorde staat vast, maar de route mag je helemaal zelf bepalen. En wil je je niet zodanig uitsloven, dan is het ook gewoon een populaire plek om met je hond te gaan lopen.

Als je vanaf de top naar het noorden loopt, kom je na een steile afdaling uit bij Blackford Pond, een aangelegde vijver die veel bezocht wordt door ouders met kinderen. Loop je echter naar het zuiden, dan beland je in de Hermitage of the Braid, een aangrenzend bosrijker gebied. Op het laagste punt tref je de Braid Burn aan, een fraai beekje dat verrassend snel kan stromen. Het mondt uit in de zee bij Portobello, maar zodra het de woonwijken bereikt verdwijnt het onder de grond. Loop je een beetje stroomafwaarts, dan passeer je een oude steengroeve en Agassiz's Rock. Beide zijn populair onder rotsklimmers, maar Agassiz's Rock is tevens van wetenschappelijke interesse. In 1840 ontdekte de Zwitserse geoloog Louis Agassiz hier sporen die duidden op de eerdere aanwezigheid van landijs. Op basis van dit en ander bewijs kwam hij tot de conclusie dat grote stukken van het noordelijk halfrond met ijs bedekt moesten zijn geweest.

Alternatief draai je om en loop je stroomopwaarts, richting de charmante Hermitage of Braid. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is dit geen kluizenaarswoning. Het is in 1785 gebouwd als het buitenverblijf van een welgestelde advocaat, en is een rijksmonument van de hoogste categorie. Het pand is ingericht als bezoekerscentrum en is dus te bezoeken. Vlakbij ligt ook een oud ijshuis en een 'doocot' (duiventoren) met nestruimte voor bijna 2000 duiven. Dit was niet bedoeld voor postduiven; de duiven werden gegeten. En mocht je dit alles in stijl willen bezoeken, dan is er zelfs een plek om je paard vast te binden!

Afbeeldingen:

Next Post Previous Post